Seneca: ‘De lengte van het leven’, vertaling en nawoord Vincent Hunink. Athenaeum – Polak & Van Gennep; ISBN 9789025369576; 79 pagina’s; € 9,95
De schrijver: Lucius Annaeus Seneca (4 voor Chr. – 65 na Chr.) is een van de belangrijkste Romeinse filosofen. Hij werd geboren in Córdoba (Spanje), maakte carrière in Rome en leefde een tijd als banneling op Corsica. Na zijn ballingschap werd hij leermeester en adviseur van de jonge Nero, die zich als keizer al snel niets meer van Seneca aantrok. De filosoof werd uiteindelijk gedwongen zelfmoord te plegen.
Seneca behoort tot de Stoa, de filosofische school die de ethiek centraal stelde, in het bijzonder deugden als onverstoorbaarheid, vertrouwen in de ordening van de wereld en het plichtsgetrouw vervullen van opgelegde taken. Dat is minder saai dan het lijkt, zeker in dit boekje, in deze vertaling. De tekst, onderdeel van Seneca’s ‘Dialogi’ (dialogen), is bijzonder levendig en geestig. De vertaler heeft zich ten doel gesteld om de bijzondere vorm en stijl van de oorspronkelijke tekst in stand te houden, en dat is hem gelukt. In eerdere edities van deze tekst richtten vertalers zich vaak vooral op de filosofische inhoud, waardoor de stilistische kwaliteit minder in het oog sprong. Seneca’s haast satirische commentaar op zijn ijdele, overambitieuze en door hol vermaak geobsedeerde tijdgenoten leest net zo fris als het werk van hedendaagse filosofen. Om niet te zeggen: frisser. Grote denkers, schrijvers die de eeuwen doorstaan, hebben geen dure woorden en nodeloos gecompliceerde Sloterdijk-taal nodig om zich uit te drukken.
Stelling van dit boek: In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, is het leven lang. Althans: lang genoeg. Dat veel mensen het als kort ervaren, komt doordat ze hun tijd verkeerd gebruiken. Namelijk: kwistig, alsof er genoeg van is. Seneca verbaast zich hogelijk over het gemak waarmee mensen de vraag ‘heb je even voor mij’ bevestigend beantwoorden, zonder er bij na te denken. Als het om geld ging, zouden ze dat nooit doen. Terwijl geld minder waard is dan tijd. Elke seconde die je meemaakt is voorgoed verloren, en op een dag krijg je er geen meer bij.
Seneca’s oplossing: houd je bezig met wezenlijke zaken, zoals met het beoefenen van filosofie. Wie de geschiedenis bestudeert, en in de leer gaat bij oude denkers, krijgt er eeuwen bij. Het tempo van de tijd moet je bestrijden door je gebruik ervan.
Mooiste zin: Mogen het er ook een paar zijn? De volgende beschrijving van de machtige keizer Augustus tekent Seneca’s werkwijze – hij onderbouwt zijn betoog met tot de verbeelding sprekende voorbeelden: “Neem de vergoddelijkte Augustus, de man die van de goden meer heeft gekregen dan wie ook. Onophoudelijk bad hij om rust, om een bestaan ná de politiek. Elk persoonlijk gesprek draaide uit op hetzelfde: dat hij zo uitzag naar een lege agenda. Dat was de troost voor al zijn gezwoeg: de aangename illusie dat hij ooit zou leven voor zichzelf.”
Onbegrijpelijkste zin: Daar doet Seneca niet aan.
Reden om dit boek niet te lezen: Er komt in dit boek geen enkele vrouw voor. Dat is cultuurhistorisch helemaal niet gek en het is wat mij betreft geen reden om het boek niet te lezen, maar toch: al die mannenverhalen – het zou sommige lezers kunnen storen. De filosoof had toch op z’n minst de machtige en ongetwijfeld drukbezette Cleopatra kunnen noemen?–
Reden om dit boek wel te lezen: Seneca is een genadeloze observator en een onweerstaanbaar retoricus. Zijn waarnemingen zijn pijnlijk herkenbaar en zijn betoog is amusant stellig. Probeer maar eens iets in te brengen tegen een argument als het volgende: “Enfin, iedereen is het er wel over eens dat een drukbezet man niets naar behoren kan beoefenen: geen welsprekendheid, geen vrije kunsten. Zijn aandacht is versnipperd, hij neemt niets grondig in zich op, maar alles wat er op hem wordt afgevuurd ketst af.”
Trouw, 01-08-12 © Marc van Dijk