FILOSOFISCH ELFTAL — President Obama maakt miljarden vrij om het menselijk brein in kaart te brengen. Zal de mens zichzelf hierdoor leren kennen?
Alle uithoeken van de aarde zijn betreden, in kaart en in cultuur gebracht, maar er is nog één mysterieus stukje terra incognita, dat langzaamaan toegankelijk lijkt te worden: het denkende vlees in onze schedels. Als een nieuwe maanreis, een laatste grote ontdekkingsreis aangekondigd door de Amerikaanse president Obama, gaan wetenschappers het menselijk brein tot in de kleinste details in kaart brengen, zoals ze dat eerder deden met onze DNA-structuur, het menselijk genoom. Zal het ons inzicht geven in de menselijke natuur? Filosofisch Elftal-spelers Bas Haring en Marli Huijer reageren.
Huijer: “Het zal de Amerikanen economisch gezien geen windeieren leggen. De ontrafeling van het DNA is voor de VS ook een zeer rendabel project geweest: er is een omvangrijke industrie ontstaan rond genetische testen en geneesmiddelen die daarmee samenhangen. Wie ergens als eerste zijn vlaggetje in plant, kan zich die plek toe-eigenen.”
Haring: “Daarom is het juist toe te juichen dat de Amerikaanse overheid dit doet, en niet het bedrijfsleven. Als een bedrijf het zou doen, bijvoorbeeld IBM, dan zou het kunnen gebeuren dat de kennis die dit onderzoek oplevert, exclusief van IBM wordt. Toen minister Ronald Plasterk nog wetenschapper en bestuurder was, vertelde hij me dat overheden zoveel mogelijk publiek geld in dit soort onderzoek stoppen, om te zorgen dat dit soort kennis publiek bezit wordt.”
Huijer: “Het is inderdaad te hopen dat het onderzoek op deze manier zo breed mogelijk bijdraagt aan zowel welzijn als welvaart – via medische innovatie. Maar of deze ‘ontdekkingsreis’ ons ook veel over onszelf gaat leren, is zeer de vraag.
“Toen de ontcijfering van het hele menselijk genoom eind jaren tachtig werd aangekondigd, klonken dezelfde grote woorden die nu te horen zijn. We zouden eindelijk inzicht krijgen in de mens. Het boek van de natuur zou worden geopend. In de toekomst hoefde je maar een cd’tje uit je jaszak te halen en te zeggen: ‘Kijk, dit ben ik’.
“Bij hersenonderzoek gaan de beloftes zo mogelijk nog verder: ‘Eindelijk zullen we weten wie we werkelijk zijn’. Lariekoek.
“Achteraf moeten we vaststellen: de ontcijfering van het menselijk genoom heeft ons inzicht gegeven in heel specifieke erfelijke aandoeningen. Maar het overgrote merendeel van de ziektes blijkt te worden veroorzaakt door een veelheid aan combinaties van kleine DNA-afwijkingen. Tot nu toe heeft het onderzoek daarom meer vragen dan antwoorden opgeleverd.
“Wat me stoort in dit nieuwe project, is dat het erop gericht is de mens en zijn gedragingen te reduceren tot hersenprocessen. Er wordt gekeken welke hersengebieden oplichten bij een specifieke activiteit of omstandigheid. Maar hoeveel kan je daarvan leren over de mens? Een mens is zoveel meer dan de plaatjes die zijn hersenactiviteit te zien geven. Dit onderzoek ondersteunt filosofisch gezien een reductionistische, materialistische mensvisie.”
“De beloftes die hersenonderzoekers doen zijn te groot” (Marli Huijer)
Haring: “Die zorg deel ik. Er is in de wetenschap een soort adagium dat we alles kunnen begrijpen door er maar zo ver mogelijk op in te zoomen. In het geval van hersenen: hoe dunner de plakjes, hoe meer inzicht. Dat laatste is helaas niet waar.
“Natuurlijk is het geweldig dat we tegenwoordig de hersenen veel beter kunnen bestuderen, doordat we veel dunnere plakjes kunnen maken, en doordat we dat zelfs virtueel kunnen doen, dus zonder in hersenen te hoeven snijden. Dat moeten we ook zeker doen, en als ik Obama was, zou ik hier óók op inzetten. Want je weet nooit op wat voor rare dwarsverbanden je stuit.
“Maar het is niet zo dat je alles kunt begrijpen door het uiteen te rafelen. Stel dat je van een andere planeet komt, en je wilt het verschijnsel ‘file’ begrijpen. Dan kun je dat proberen door de situatie tot in detail in kaart te brengen: alle auto’s afzonderlijk, tot en met de kleinste onderdeeltjes waar ze uit bestaan. Maar op die manier kom je helemaal niet dichter bij een verklaring van het fenomeen file.”
“Het is niet: hoe dunner de plakjes, hoe meer inzicht.” (Bas Haring)
Huijer: “Alles wat wij doen, beleven en meemaken kan veranderingen in de hersenen en in hersenprocessen veroorzaken. Filosofen als John Dewey en Maurice Merleau-Ponty laten zien dat wij in hoge mate bepaald worden door onze interacties met de omgeving. Het menselijk bewustzijn is niet louter een hersenproces, maar een resultaat van permanent contact met de buitenwereld.
“De hersenwetenschappers zullen hun grote beloftes niet waar kunnen maken. Mensen zijn eindeloos veel complexer dan wij ons kunnen voorstellen. Meten is weten, maar weten is niet per se begrijpen. Als je alles meet en in kaart brengt, creëer je eigenlijk een soort tweede wereld, die uitsluitend bestaat uit een representatie van de echte wereld. Het probleem is alleen dat die representatie in dit geval uit zo ongelofelijk veel data zal bestaan, dat hij bijna net zo complex is als de echte wereld.”
Haring: “In een hoofd bevinden zich ongeveer tien keer meer neuronen dan er mensen op de wereld zijn. Het is dus alsof je de wereld wilt analyseren door alle levende mensen in kaart te brengen, inclusief hun onderlinge relaties, maal tien. Daar wordt de wereld niet bepaald begrijpelijker van.
“En toch ben ik er wel vóór dat dit onderzoek plaatsvindt. Want al zullen we dan niet de beloofde antwoorden op de grote vragen krijgen, antwoorden op kleine deelterreinen kunnen ook interessant en nuttig zijn. Het reductionistische mensbeeld is misschien een vergissing, maar het is wel een valide verhaal, zolang het naast andere visies wordt geplaatst. Neem medisch onderzoek: sommige ziektes blijken wel degelijk een heel duidelijk aanwijsbare oorzaak te hebben. Eén bepaald gen dat anders staat, of een gevoeligheid voor een bepaald stofje. Die ziektes kun je dankzij dit soort onderzoek bestrijden. Maar we vliegen uit de bocht als we gaan denken dat we de hele mens zo kunnen bevatten.
“Er is trouwens nóg een belangrijk verschil tussen dit nieuwe hersenproject en voorgaande ‘ontdekkingsreizen’: van die andere reizen wist je wanneer ze geslaagd waren. De ontwikkeling van de atoombom, de reis naar de maan en zelfs de ontcijfering van het menselijk DNA: er was steeds een duidelijk eindpunt. Maar als je de brei in ons hoofd in kaart wilt brengen, wanneer ben je dan klaar? Als ze eerlijk zijn, moeten ze toegeven dat ze geen flauw idee hebben waar dit eindigt.”
Marli Huijer is arts en bijzonder hoogleraar filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam
Bas Haring is filosoof en hoogleraar publiek begrip van de wetenschap aan de Universiteit Leiden
Trouw, 1-3-13 © Marc van Dijk
tekening: © Sander ter Steege