Krakers zijn profiteurs die gebouwen inpikken en vernielen. Klopt dat wel altijd?
In de zomer van 2011 schreef ik voor Trouw een reportage over de kraak van een voormalig dierenasiel in Amsterdam Oost. De redenering van de krakers was: als de gemeente in zee gaat met een projectontwikkelaar die een enorm stadsterrein en een monumentaal pand jarenlang laat verloederen, heeft de gemeenschap dan niet het recht om zelf een initiatief te nemen op die plek?
Inmiddels hebben de krakers bewezen dat ze op eigen kracht, zonder subsidie, heel wat voor elkaar kunnen krijgen. Voor zichzelf, maar zeker ook voor de buurtbewoners om hen heen. ‘De Valreep’ is geen gesloten bolwerk geworden, maar een vrije culturele ontmoetingsplek, compleet met stadstuintjes en activiteiten voor kinderen. Een plek waar ook beginnende bandjes, schrijvers en kunstenaars kunnen optreden. En toch krijgt De Valreep geen enkele steun van de gemeente – in tegendeel, er is een plan in de maak om het gebouw te transformeren tot een dor verkoopkantoor, waarmee de gemeente een eind zou maken aan alle spontane initiatieven van de gemeenschap. Natuurlijk, kraken is verboden (via een door rechtsgeleerden fel bekritiseerde wet), maar waarom kan niet elke kraak als een afzonderlijk geval worden beoordeeld, met de context van de plaats en de openheid naar de omgeving als belangrijke criteria?
Lees mijn reportage over de eerste dagen van deze kraak, en oordeel zelf. Klik hier: [ kraak dierenasiel 1:2 – kraak dierenasiel 2:2 ].